Tot bestaan bestemd - cover.png

Tot Bestaan Bestemd

De mens wil bestaan, streeft zijn wil na, en is daardoor bestemd om te bestaan.

Maar is dat goed? Het bestaan zoals we het kennen is een problematisch bestaan. Het is niet zonder meer goed. Het kent en het verricht ook kwaad.

Daarom gaat het boek in een eerste deel over de legitimatie van het bestaan. Hoe verantwoorden we ons bestaan? Aan de ene kant is er een besef van schuld en zelfverwijt, zoals tot uitdrukking gebracht door Anaximander (“de dingen moeten ten onder gaan want ze moeten boeten voor de ongerechtigheid van hun bestaan”), en in eigentijdse vorm door hedendaagse fundamentalistische ecologisten. Anderzijds stelden Plato en de christelijke theologen het bestaan gelijk aan het goede. Wat is, is goed. Het kwaad is een ontbreken van zijn. De mens is een begrensd zijnde, en kent dus het goede, maar ook het kwaad. De consequentie is dat we moeten streven naar het goede, door moreel te handelen. Dat betekent dat de mens deelneemt aan het scheppingsproces.

In een tweede deel gaat hoe boek dan over het scheppingsproces. Het kent zijn voorstelling in oude mythen, zoals de beide scheppingsverhalen van Genesis, en de Timaeus van Plato. De moderne voorstelling is die van de evolutietheorie. Schepping voltrekt zich in de tijd, en de aandacht gaat ook naar het fenomeen tijd op zichzelf. Daarom is er ook een hoofdstuk over muziek, hetgeen een zuiver tijdsverschijnsel is (muziek is de architectuur van de tijd).

Het derde en laatste deel van het boek gaat over de relatie tussen tijdelijkheid en eeuwigheid. Tijd, als onderscheid tussen verleden en toekomst, is een vorm van gedeeltelijkheid van bestaan. Schepping is dus het wegenemen van de tijd uit het zijn. De volheid van bestaan is een tijdloos bestaan waarnaar het woord God verwijst. In dit tijdloze eeuwige bestaan ligt de uiteindelijke bestemming van de mens en van alles wat deelneemt aan dit bestaan.

Uitgeverij Pelckmans, Kapellen

2003

351 blz.